Märklin 37424 KLM treinstel serie ICM-1 Koploper

Märklin 37424 KLM Elektrisch treinstel serie ICM-1 Koploper 

Märklin 37424 KLM Driedelig elektrisch treinstel „Koploper“ als intercitytreinstel serie ICM-1 van de Nederlandse Spoorwegen (NS). Uitvoering in KLM-vormgeving. 1 motorwagen als eindwagen mBk 2e klasse, 1 tussenwagen AB 1e/2e klasse, 1 stuurstandrijtuig als eindwagen sBk 2e klasse. Bedrijfsnummer van het treinstel 4011. In gebruik in 1986/87

Met digitale decoder mfx+ en uitgebreide geluidsfuncties. 3-delige uitvoering. Onderstel bij gemotoriseerde eindwagen van spuitgietmetaal. Geregelde hoogvermogenaandrijving met vliegwiel. 2 assen in een draaistel aangedreven. Antislipbanden. Machinistencabines in de twee eindwagens met interieur. Met de rijrichting wisselende stroomvoorziening via de telkens voorste wagen. Speciale kortkoppelingen met schaargeleiding. Standaard ingebouwde binnenverlichting. Met de rijrichting wisselend driepuntsfrontsein en 2 rode sluitseinen, evenals binnenverlichting in conventioneel bedrijf, digitaal schakelbaar. Frontseinen aan eindwagenzijde 2 en 1 afzonderlijk digitaal uitschakelbaar. Frontsein met voorbeeldgetrouwe lichtgele en rode ledlampjes. Binnenverlichtingen met warmwitte ledlampjes. Gedetailleerde uitvoering van onderstel en opbouw. Aan de eindwagens weergave van de „Scharfenberg"-koppeling met afdekking. Voor dubbele tractie is een extra starre koppelingsverbinding meegeleverd. In standaard uitvoering van de eindwagen met gesloten overgangsdeuren. Weergave van een bij een eindwagen opzij geschoven zwenkdeuren met vouwbalg is mogelijk met het bijgeleverde insteekdeel. Totale lengte van de trein: 86,6 cm.

Highlights:

• Standaard schakelbare led-binnenverlichting.
• Met digitale speelwerelddecoder mfx+ en uitgebreide gebruiks- en geluidsfuncties
• Bestemmingdisplay: Amsterdam CS, Schiphol.

Dit model is in gelijkstroomuitvoering leverbaar en heeft artikelnummer 22396 in het Trix H0-assortiment.

De ICM is ontstaan naar aanleiding van de wens van de NS om voor de Intercity-diensten nieuwe treinstellen aan te schaffen, die flexibel inzetbaar zijn, makkelijk zijn te (ont-)koppelen op knooppuntstations en waarbij de reiziger tijdens de treinrit makkelijk van het ene naar het andere treinstel kan gaan. Hieraan is invulling gegeven door de machinistencabine een etage hoger te positioneren waardoor er ruimte is ontstaan voor de wagenovergang in de markante doorloopkop. In 1977 werd het project gestart met een prototypeserie van zeven driedeilige treinstellen (4001-4007). Verbeteringen hieruit zijn gerealiseerd in de eerste productieserie ICM-1. ICM-2 kenmerkt zich door een zogenaamde Chopper-aansturing van de motoren. De vierdelige series ICM-3 en ICM-4 onderscheiden zich door drie aangedreven draaistellen. Talbot was verantwoordelijk voor het mechanische deel van de Koploper. CEM Oerlikon en Holec waren dat voor het elektrische gedeelte. In deze eeuw zijn de series ICM-1 tot en met ICM-4 gemoderniseerd als serie ICMm. Daarbij verviel de mogelijkheid om de doorloopkop te gebruiken. De binneninrichting is compleet gerenoveerd met invalidetoiletten, airconditioning en reizigerinformatiedisplays. Het heeft geresulteerd in 13% meer zitplaatsen.